DROOM VAN 60 JAAR OUDE ZEEKAKKELOBBUS KOMT UIT (2)
Interieur en in(tro)spectie
Wij installeren onze weekendtassen en slaapzakken in het voorschip, steil
trapje af en hoofd gebogen om hoofdpijn-aanvaring met een stevige dwarsbint
te vermijden. Daarmee oefen je meteen voor weer een stapje naar beneden
om een volgende headcrash te vermijden. Aan de rechterzijde van het gangetje
naar de eerste hut bevindt zich de douche en toiletruimte, waarin verborgen
de toegangsdeur naar de machinekamer waar het dielselmonster genoegelijk
in het duister staat te brommen. De geluiden van de scheepsmotor brengen
daarbij het voordeel dat de vaak onvermijdelijke innerlijke geluiden,
opgeroepen door de peristaltische beweging boven de toiletpot in het
geheel niet meer tot hun recht komen. Indien je nu denkt dat je daarmee
onhoorbaar je bruine ei kan leggen, dan heb je het mis, want het proces
om het gebakkene af te voeren, is wel duidelijk hoorbaar. Men drukke
daartoe op een witte knop op de rand van de toiletpot, het geluid van
een wenende kleuter laat zich horen en onderwijl komt langzaam doch onverbiddellijk
een vloed van buitenwater in de toiletpot omhoog. Uiteraard met alle
uitwerpselen en toiletpapier, zodat men – indien gewenst – zich
aan een zekere vorm van in(tro)spectie van de excrementen kan overgeven,
een gelegenheid die zich bij de huidige moderne toiletpotten thuis helaas
zelden voordoet. Net als je denkt dat je waarschijnlijk het hele schip
tot zinken brengt door het immer wassende toiletwater, doemt een onderaards
gegrom op waarmee het toiletmonster bezit neemt van alle intieme voortbrengselen
door dat krachtig naar buiten te malen en te pompen. Zelfs als je je
dan bliksemsnel naar het dek begeeft en over de achterreling kijkt, zie
je er toch niets meer van in het kielzog. Doei !
Voorbij het toilet tref men de eerste voorschiphut aan met een heel hoog
bed waarin twee personen kunnen worden opgebaard, maar natuurlijk ook gewoon
kunnen slapen. Peter en Wim jr. hebben hier – aan de tevreden geluiden
te horen – voortreffelijk liggen turken. Door een deurtje heen is
er dan de voorste hut met twee aparte hoge bedden, waar Willem en ik de
nachten zullen doorbrengen. Patrijspoortje open voor de broodnodige beluchting
en door de hoogte van het bed, een enigszins alpinistische krachttoer om
erin te komen. Maar het slaapt hier prima met de vertrouwenwekkende kabbelgeluidjes
van het water en het gemurmel van voorbij zwemmende meerkoetjes.
Koers, bunkeren, conferentie en nacht
Vanaf het Amsterdam-Rijnkanaal links af richting Weesp. Eerst door de sluis
heen, die zonder mankeren opengaat voor dit doorluchtige gezelschap pikbroeken,
die inmiddels een eerste neutje ter bestrijding van eventuele avondkilte
en brutale bacterieën nuttigen. Op de achterplecht zijn grote kussens
neergelegd om het “loungen” te water tot een zeer comfortabel
niveau op te krikken. In deze arcadische toestand varen wij door het
centrum van Weesp, alwaar het grote jaarlijkse nazomer feestgebeuren
in aantocht is, kijkend naar ettelijke feesttenten en orkesten die langs
de waterkant in gereedheid worden gebracht. Maar wij laten ons niet verleiden
om daaraan deel te nemen, maar varen rechtsaf de Vecht op, in de ondergaande
zon op weg naar een rustige retraiteplek. Die wordt enige riviermijlen
stroomopwaarts gevonden aan een steiger die zo’n 15 meter uit de
wallekant staat, grenzend aan bekoeide weilanden en aan de einder huisje,
boompje en nog meer beestjes.
Het oorspronkelijke voornemen om Tijn’s tent op te zetten, wordt
opgegeven, want de cursus ‘over water lopen’ blijkt nog niet
te zijn voltooid. Onze hofmeester Wim jr. heeft voor vanavond pannekoeken
op het menu staan en in afwachting daarvan nemen we nog een afzakkertje,
een rokertje en een nootje in de kajuit, die langzaam vanuit de achter-
en onderliggende kombuis gevuld wordt met verrukkelijke bakgeuren en veelbelovende
spetter-de-spet geluiden. Er verschijnen messen en borden op de tafels
en tenslotte een niet onaanzienlijke berg pannekoeken met stroop en suiker.
Kortom, alle dieetvoorschriften en doktersadviezen worden bruusk terzijde
geschoven en wij slaan toe.
In de uitbuikende nabespreking worden weer eens alle kwesties des lands
(economische situatie, ondernemings-(on)lust, allochtonen, etc) deskundig
doorgenomen en ééndrachtig opgelost, zoals het een – de
Bilderberg-palavers ver overtreffende - van Dijken conferentie betaamt.
Tegen middernacht neemt het grote geeuwen een aanvang en het gesleep met
beddegoed toe. Hans, Willem, Jan, Peter en Wim bespringen hun hoge sponden
in voor- en achterschip. Eric en Martijn nemen de vloer in beslag van kombuis
en kajuit. Martijn beschikt daarvoor over een zg. selfinflatable floorraft,
hem door de kampeer-winkel aanbevolen als de ultieme matras, maar het blijkt
door kortademigheid van het binnenwerk eerder op een spijkerbed. Desondanks
treffen we hem de volgende ochtend reeds bij zonsopgang in redelijke staat
op de achterplecht, maar ja, hij komt ook natuurlijk wel uit een sterk
geslacht.