Klik = Begin

Senior stuurt, junior bestrijdt verhongeringsgevaar

DROOM VAN 60 JAAR OUDE ZEEKAKKELOBBUS KOMT UIT (5)

Overnachting en ontwaken als een bejaarde
Over water en landschap spreidt zich geleidelijk de duisternis, sterren ontwaken om te pinkelen en bij het af en toe even over boord urineren bespeur ik het Steelpannetje ofwel de Grote Beer met Poolster, een visuele belevenis waarmee wij destijds al bij de zeeverkennerij zijn opgevoed. Het wordt kil en bedtijd. Opnieuw begeven wij ons naar de maritieme sponden en graven ons in in dekbedden, slaapzakken en kussens. Tijn heeft ernstig bijgeleerd van de vorige nacht en beschikt nu over zo’n stapel matjes en matrassen en kussentjes dat ie nu met hoogtevrees moet leren slapen. In de pikduistere nacht wil mijn blaas nog een keer de opgezamelde resten kwijt van het feestelijke drankgebruik en ik weet zelfs zonder opzien of ongelukken te baren het toilet te vinden en in mijn nest terug te keren. Er vallen in de duisternis een paar buitjes en ’s ochtends verschijnt een waarlijke regenboog aan de horizon. Net als destijds bij Noach toen ie met de ark de grote vloed had overleefd. Met een bakje koffie uit de kombuis zitten we aan dek om van de slaperij bij te komen. Rondom ons het frisgroene landschap, het vee en de watervogels. In de kajuit wordt door de kok een feestelijk ontbijt geserveerd met een fiks stapeltje gebakken Spakenburgse eieren met spek waarmee we – sterk verzwakt door de nachtelijke pauze in het consumeren – weer helemaal op kracht geraken. Een bakkie leut volgt en de kadoo’s en felicitaties t.g.v. van mijn verjaardag. Plotseling realiseer je je dat je nu door het merendeel der bevolking tot het segment van de bejaarde medemens wordt gerekend. Een gevoel waaraan ik nog wel even zal moeten wennen. Geheel in lijn met het vooruitzicht t.z.t. de stervensfase tegemoet te zien (terugkeer naar vanwaar je gekomen bent), worden nu plannen gesmeed voor de terugreis naar Amsterdam, mijn (onze) geboortestad.

Het water op en de tank vol
Terwijl de zon aarzelend tussen de wolken doorbreekt, worden de trossen loggegooid en in een gemoedereerd vaartje doorboren wij met de Anita 2 de wateren richting de Eemsmond en het Veluwe meer. De scheepsmotor tjoekelt vergenoegd doch Hans signaleert dat ie dat niet lang meer vol zal houden als het brandstofpeil niet wordt aangepast. Dus wordt per mobiel de jachthaven van Huizen gebeld om te informeren of wij daar op Zondag kunnen tanken. Het antwoord is bevestigend, zij het dat de pompbediende zijn rechtmatige lunchtijd heeft tussen ongeveer 12.00 en 13.30 uur, dus dan gebeurt er even niets. We steken het randmeer over naar de zijde waar de grote windmolens hun wieken lustig laten draaien en volgen de vaargeul in Westelijke richting. Na een tijdje gestadig doorvaren komen aan de einder de contouren van Huizen in zicht. We leggen aan bij het begin van de enorme jachthaven en Hans onderneemt wandelend een verkenningstocht naar de situatie bij de dieselpomp en de pompbediende. Gewapend met deze legale voorkennis varen we verder de haven binnen en meren af voor het futuristisch ontworpen havenkantoor. Nog even wachten totdat de pompbediende het laatste stukje omelet of biefstuk naar binnen heeft gewerkt. Ondertussen banjeren wij met zeebenen over de steigers waar een imposante vloot van tientallen fraaie grote boeiers en zeeschouwen ligt afgemeerd. Er is geen enkele lege plek, dus hier ligt weer eens een miljoenen investering ondanks het mooie weer ongebruikt te te dobberen. Gelukkig voor de eigenaren is de fiscus nog niet op het idee gekomen om voor iedere ongebruikte vaardag een heffing in te voeren, wat in deze nooddruftige tijden geld in het laatje zou kunnen brengen en het fiscaal sluw oprekken van de hypotheek bestrijdt. Voordat de tanks vol worden gegooid met diesel, vult Hans door verwoed gehevel met een lenspomp nog even de dagtank. Het verantwoord wegvaren zonder brokken te maken vereist weer enige nautische behendigheid van de kapitein, die eerst door listig gemanouvreer de boeg in de gewenste richting laat priemen, voordat ook aan het achterschip de trossen mogen worden losgegooid.

vorige | volgende